Morgen is het ‘Valentijn’. Ik ben ook jarig morgen en dat is een gelukkig toeval. Want het mooiste cadeau heb ik al: de liefde. De liefde voor mijn vrouw Myrèse, al 39 jaar lang. De liefde voor mijn zoon Steven, mijn familie, mijn vrienden. En de liefde voor mijn stad.
Gent, jij bent de stad waarin ik altijd weer graag thuiskom. Ik ga niet zo graag op reis omdat ik je te snel mis. Er zijn nog veel mooie plekken in de wereld, maar jij hebt alles en je voelt vertrouwd zonder dat het saai wordt. Het tegendeel is waar: bij jou is er altijd iets te beleven. Na al onze jaren samen slaat mijn hart nog altijd sneller als ik de Sint-Michielsbrug op fiets en je schoonheid overschouw. Want er is iets vreemd met je: hoe ouder je wordt, hoe mooier je lijkt te worden. Je perfecte imperfecties maken je niet glad en oppervlakkig maar ruig en intrigerend.
Het is dat karakter van je, dat je ook zo mooi maakt. De rebellie, de koppigheid, de ‘gruute muile’. En tegelijk: de openheid, de warmte, de humor. Lachen met de mensen, in de eerste plaats met jezelf, zonder uit te lachen. Eens goed je gedacht zeggen, maar evengoed: ‘G’èt gelijk, ik was mis, kom we drinken er enen samen’.
Je bent een ‘gever’, mijn liefste Gent. Je deelt je historische straten, prachtige wijken en open mensen met de hele wereld. Je houdt van je kinderen, van de juffen en de meesters, van de arbeiders en de professoren, en van je senioren. Je houdt van iedereen die goed en lief is, het maakt niet uit of die ander gelooft of niet, of hij houdt van mannen en/of vrouwen, of hij blank is of bruin. Je hebt een groot hart voor mensen die hulp nodig hebben, arme mensen van hier en mensen die gevlucht zijn voor oorlog. Ja, voor sommigen kan het beter, maar je wil zo graag voor hen zorgen.
Liefde, geen mens kan zonder. Daarom wil ik ook zelf de best mogelijke ‘burgervader’ zijn: om die liefde ook in mijn werk te steken en elke Gentenaar er een stukje van te kunnen geven. Om als eerste onder mijn gelijken te mogen zeggen: Gent, we zien je graag!