PWA Gent blijft groeien, ondanks Vlaamse beslissing tot ‘UITDOVING’
In de eerste jaarhelft van 2015 laat het PWA Gent opnieuw een stijging van het aantal gepresteerde PWA-uren optekenen. Na het recordjaar 2014 gaat het over een bijkomende groei van ruim 6 % ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Vooral het aantal aanvragen tuinonderhoud zit in de lift, maar ook scholen maken in stijgende mate gebruik van het PWA. Voorlopig kan het PWA Gent met haar circa 300 PWA-werknemers het hoofd bieden aan de stijgende vraag. “Het PWA maakt haar sociale rol dus meer dan waar,” stelt Rudy Coddens, voorzitter van het PWA Gent. “In onze stad, maar ook elders waar er nog een actief PWA is. Ik roep de minister op om hiermee rekening te houden bij de geplande uitdoving van het systeem, en minstens in de grote steden, en de gemeenten die hiervoor kiezen, een vorm van PWA in stand te houden. Met nog sterkere betrokkenheid van de gemeente, het OCMW en de VDAB.”
Waar het PWA Gent in de eerste jaarhelft van 2013 en 2014 respectievelijk 38.688 en 38.620 PWA-cheques verkocht, beliep dit aantal in de eerste jaarhelft van 2015 41.187. Eén PWA-cheque staat daarbij voor één gepresteerd uur. We stellen dus een stijging vast van zo’n 6,6 %, en noteren dat de forse groei van het aantal PWA-uren in de tweede helft van 2014 dit jaar minstens gecontinueerd blijft. De stijging doet zich voor binnen de twee belangrijkste PWA-activiteiten (in termen van volume): ‘tuinonderhoud’ (+ 13,8 %) en ‘hulp aan scholen’ (+ 10,5 %). De ‘klusjesdienst bij particulieren’ vertoont dan weer een dalende curve (-4,4 % t.o.v eerste jaarhelft 2014, en -13,5 % t.o.v eerste jaarhelft 2013). Hier speelt de grote diversiteit van de vraag een rol, alsook de nood aan gereedschap en materiaal, dat niet altijd voorhanden is. Maar globaal neemt de vraag naar PWA-hulp dus toe. Een vraag, waaraan het PWA Gent met haar circa 300 PWA-werknemers voorlopig tegemoet kan komen. Dat aantal van 300 is overigens vrij stabiel, met een licht opwaartse tendens.
Het PWA helpt de meest kwetsbare werkzoekenden om na een langdurige werkloosheid opnieuw de stap te zetten naar maatschappelijke participatie via werk. Het doet dat, door deze werkzoekenden, met behoud van het werkzoekendenstatuut en dus de daaraan verbonden uitkering, gedurende maximaal 630 uren per jaar in te zetten op maatschappelijk en sociaal zinvolle taken. Bij particulieren, maar ook bij rechtspersonen als scholen en vzw’s. Op die manier worden werkervaring en sociale dienstverlening functioneel aan elkaar gekoppeld. Aan democratische prijzen, want een uur PWA-hulp kost in Gent 7,45 € voor particulieren (5,95 € sociaal tarief), en 6,20 € per uur voor rechtspersonen. Het grootste deel van dat bedrag gaat naar de PWA-werknemer zelf, die op die manier een beperkte, maar vaak broodnodige aanvulling krijgt op zijn werkloosheidsuitkering.
“Op die manier is het PWA voor diegenen, die de weg naar reguliere arbeid moeilijk of niet vinden, ook een belangrijk instrument in de strijd tegen armoede,” betoogt Rudy Coddens, die naast PWA-voorzitter en schepen van Werk ook OCMW-voorzitter is, en schepen van armoedebestrijding. “Want die vergoeding bepaalt vaak of iemand zich net boven, of net onder de armoedegrens bevindt. Tegelijk geeft het deze mensen zinvolle taken, in gezinnen, bij senioren, op scholen. Het biedt hen opnieuw fierheid over de rol die ze vervullen. Die fierheid is belangrijk. Want met je werkloosheid loop je niet te koop. Met wat je maatschappelijk presteert des te meer. Het PWA biedt werkzoekenden dus opnieuw de ‘waardigheid’, waarop ook zij recht hebben.”
Dit signaal is belangrijk, zeker nu de Vlaamse Regering in het kader van de uitrol van de Zesde Staatshervorming het PWA-systeem op de helling zet. “Voor veel van deze mensen is er niet zomaar een alternatief. Want de gewone arbeidsmarkt is vaak te hoog gegrepen, of biedt onvoldoende vacatures, die voor hen geschikt zijn. En ook de sociale economie is geen alternatief. Want de Vlaamse Regering voorziet nauwelijks of geen middelen om het aantal plaatsen in de sociale economie te laten groeien. Noch binnen maatwerk (de voormalige beschutte en sociale werkplaatsen), noch binnen de lokale diensteneconomie.”
“Daarom dring ik er bij Philippe Muyters, Vlaams minister van Werk, op aan om zeker in de grote steden en in die gemeenten, die daarvoor kiezen, een vorm van PWA te behouden. Een ‘vorm’ van PWA. Want het systeem heeft na ruim 20 jaar nood aan een grondige hervorming. De bestuurlijke overhead moet aangepakt worden. Er moet nog meer ingezet worden op begeleiding, binnen een ruimer traject naar werk, en op de relatie met de VDAB. En de PWA-activiteiten moeten nog meer ingebed worden in een lokaal sociaal beleid, waarvan de OCMW’s en de gemeenten de meest logische regisseurs zijn. Maar dat het PWA zeker in de grote steden nodig blijft, bewijzen de resultaten. En dat er een actor nodig blijft om de ‘vraag’ naar hulp op school, in het gezin, of bij senioren te koppelen aan het ‘aanbod’ van mensen, die op die manier een stap vooruit kunnen zetten, is ook logisch. Er is niet zomaar iemand die deze rol kan overnemen.”
Dat bewijzen alleen al de vele voorstellen die de laatste tijd gelanceerd zijn inzake de organisatie van ‘gemeenschapsdienst’ (waarbij werkzoekenden verplicht zouden worden maatschappelijke taken te vervullen, in ruil voor hun uitkering), ‘samenlevingsdienst’ (waarbij jongeren op maatschappelijk zinvolle taken worden ingezet als vrijwilliger), of recent nog het voorstel van CD&V voor de organisatie van ‘gezinsondersteuning’ door ouderen en studenten, via een aan het PWA gelijkaardig systeem. Alle gaan die uit van een instantie die vraag aan aanbod koppelt. Een instantie die er niet is, en dus gecreëerd moet worden. “Het is wel wat cynisch,” vervolgt Rudy Coddens. “Enerzijds schaft men het PWA af, of althans: dat is het voornemen in het Vlaamse Regeerakkoord. En anderzijds vindt men het opnieuw uit. In varianten, die de bestaande know how van de PWA’s niet honoreren. En die niet altijd ‘empowerend’ werken voor de meest kwetsbare groepen in de samenleving.”
Het PWA hervormen dus? Ja, met respect voor de sociale aspecten van het PWA voor zowel de PWA-werknemer, als de PWA-gebruiker. En voor het lokale karakter van het PWA. Maar afschaffen, dat niet! Want dan zijn er duidelijk alleen maar verliezers. Een vorm van PWA blijft nodig. Hopelijk respecteert de Vlaamse Regering deze vaststelling in de ‘uitrol’ van het systeem binnen het Vlaamse werkbeleid, en honoreert ze aldus de aanbevelingen van Idea Consult, dat op haar vraag een onderzoek deed naar de ‘morfologie’ van het PWA-stelsel, en tot gelijkaardige vaststellingen kwam.
Meer informatie: Eddy Van de Walle, kabinet Rudy Coddens, 0476 71 83 25, eddy.vandewalle@stad.gent
Bevoegd: Rudy Coddens, voorzitter PWA Gent, OCMW-voorzitter en schepen van Seniorenbeleid, Werk en Armoedebestrijding, Stad Gent, 0476 49 15 36